Een vrouw is toen ze zeven jaar was in een manege tijdens een les van een pony gevallen, met blijvend letsel aan haar arm tot gevolg. Ze wil daarvoor een schadevergoeding van de manege. De rechtbank Overijssel vermindert de vergoedingsplicht tot 60 %. Dat vindt de vrouw onvoldoende. Daarom gaat ze in hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Met succes.
De manege en de vrouw zijn het erover eens dat het ongeluk tijdens de les ongeveer 17 jaar geleden kon ontstaan door onberekenbaar gedrag van de pony. Met het dier was normaal gesproken niets mis, de les was afgestemd op het niveau van het meisje en er werd geen onjuiste instructie gegeven.
Risico-aansprakelijk
Op basis van de wet rust de risico-aansprakelijkheid voor schade als gevolg van onberekenbaar gedrag door een paard in beginsel op de eigenaar. De rechtbank vermindert de vergoedingsplicht voor de manege echter tot 60 % van de schade. Volgens de rechtbank was sprake van eigen schuld van het meisje op basis van een lesovereenkomst waarmee haar ouders het risico namen dat zich tijdens de les een ongeval zou kunnen voordoen. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat de manege geen bijzonder verwijt kon worden gemaakt van het onberekenbare gedrag van de pony. De rechtbank maximeert de schade tot het hoogste bedrag waarvoor de manege bij diens verzekeraar verzekerd zou zijn geweest, nu de manege door het niet tijdig melden van het voorval de schade daar niet kon verhalen.
Eigen schuld
In hoger beroep tegen deze uitspraak stelt de vrouw dat de manege volledig aansprakelijk is voor de schade, en niet slechts voor 60 %. Zij baseert haar standpunt op rechtspraak waaruit blijkt dat geen sprake kan zijn van eigen schuld bij kinderen onder de 14 jaar, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid.
Bijzondere wending
Nog voor de mondelinge behandeling bij het gerechtshof neemt de procedure een bijzondere wending. De manege erkent – al in haar memorie van antwoord – dat zij niet langer een beroep doet op de eigen schuld van de vrouw en bevestigt dat zij volledig aansprakelijk is voor de door haar geleden schade. Een voorschot op de schadevergoeding is al betaald.
Verwijtbaar
Het gerechtshof bevestigt dat het standpunt van de vrouw en (inmiddels ook) de manege juist is en dat een beroep op eigen schuld in beginsel niet opgaat wanneer het gaat om kinderen jonger dan 14 jaar. Of een gedraging van kinderen onder de 14 jaar aan hen toegerekend kunnen worden, hangt af van de verwijtbaarheid ervan. In deze zaak is geen sprake van aan het meisje toe te rekenen omstandigheden. Het ondertekenen van de overeenkomst door de ouders kan haar ook niet als eigen schuld worden toegerekend. Er is daarom volgens het gerechtshof dan ook geen reden om de vergoedingsplicht van de manege te verminderen op basis van eigen schuld. Als gevolg hiervan oordeelt het hof dat de manege volledig aansprakelijk is voor de door de vrouw geleden en te lijden materiële en immateriële schade, gemaximeerd tot het bedrag dat een verzekeraar zou uitkeren.
