Een werknemer krijgt van een klant een fooi van € 50 voor ‘extra service’. Als hij dat geld in zijn zak steekt, wordt hij op staande voet ontslagen. Maar dat gaat het gerechtshof te ver.
Op een dag krijgt een chef magazijn, werkzaam bij een groothandel in bouwmaterialen, van een klant € 50 contant als fooi. Dat geld neemt hij mee naar huis en stopt het in een fooienpot, waaruit hij zijn collega’s wel eens trakteert. Zijn leidinggevende krijgt hier lucht van en na een kort beraad wordt de chef op staande voet ontslagen. Dat geld had de chef niet zelf mogen houden, dit was diefstal. De chef verliest de ontslagprocedure bij de kantonrechter en gaat in hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Dringende reden
De vraag die op tafel ligt is of er wel een dringende reden was voor het ontslag op staande voet. Volgens de chef niet: het bedrijf heeft geen fooienbeleid. Zijn vorige leidinggevende deed er nooit moeilijk over, zijn huidige leidinggevende heeft nooit gezegd dat het aannemen van (grote) fooien niet is toegestaan. Volgens het bedrijf moeten voor alle werkzaamheden, ook ‘extra’ servicewerkzaamheden, bonnen worden aangemaakt. Zo’n bon ontbreekt hier, zodat hoe dan ook sprake is van het contant aannemen en meenemen van geld.
Onduidelijk
Maar volgens het hof is er veel onduidelijk. Medewerkers wisten niet wat wel en niet (meer) als service kan worden beschouwd, wat wel en niet als ‘fooi’ moet worden gezien, hoe met een ontvangen bedrag – al dan niet bovenop de factuurprijs – moet worden omgegaan, en of voor elke verrichting, betalend of niet, een bon moet worden aangemaakt. Dan kan niet worden gezegd dat de magazijnchef zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal.
Waarschuwing
Wel had de medewerker, zeker nu hij chef was, aan de vestigingsmanager moeten vragen wat te doen met die € 50. Het zonder toestemming in eigen zak steken of toevoegen aan een door hem zelf beheerde fooienpot, acht het hof verre van chic. Toch is dit geen dringende reden voor ontslag op staande voet, een waarschuwing was meer op zijn plaats geweest.
Transitievergoeding en billijke vergoeding
Nu de chef ten onrechte op staande voet is ontslagen, heeft hij recht op de vergoeding wegens onregelmatig ontslag (twee maandsalarissen) – de wettelijke opzegtermijn is immers niet in acht genomen. Ook krijgt hij een transitievergoeding (€ 5.326). Zijn handelen was wel verwijtbaar (hij had de fooi moeten melden), maar niet ernstig verwijtbaar. De werkgever heeft wel ernstig verwijtbaar gehandeld (door de chef te ontslaan) en moet daarom een billijke vergoeding betalen. De werknemer wil zes maandsalarissen, omdat hij vermoedt die tijd nodig te hebben voor het vinden van een nieuwe baan. Die vindt hij al na één maand, zijn vergoeding wordt vastgesteld op € 3.000.