
Al jaren doe ik aan krachttraining, en de laatste jaren met een vaste personal coach. Een fanatieke kickbokser, die mij vroeg: “Waarom ga je niet eens kickboksen voor je conditie, kracht en flexibiliteit?”
Mijn eerste reactie? Afkeer. Als voormalig judoka had ik boksen altijd gezien als een brute sport, een spelletje voor mensen die er plezier in hebben anderen in elkaar te slaan.
Maar niets bleek minder waar.
Binnen no-time brak mijn coach mijn vooroordelen af. Natuurlijk, zoals bij alles, kun je deze vaardigheden misbruiken. Maar man, wat is het heerlijk om je dagelijkse frustraties af te reageren op een boksbal. En dat is het niet alleen. Kickboksen is uithoudingsvermogen. Ritme. Dansen met je heupen. De juiste pasjes in de juiste volgorde. Na een uur ben je kapot en voldaan – en kun je de hele wereld aan.
Terwijl ik stoot- en trapcombinaties oefen, denk ik weleens aan mijn juridische tegenstanders in de rechtbank. Daar mogen we geen fysieke klappen uitdelen, maar het principe is hetzelfde: uithoudingsvermogen, schijnbewegingen, onverwachte moves en een paar welgerichte mentale klappen – met woorden, in de juiste volgorde en met de juiste intensiteit – kunnen het verschil maken.
De reflexen die ik leerde met judo en kickboksen hebben me al eens goed van pas gekomen. Ooit werd ik totaal onverwacht op straat aangevallen door een idioot. Eén welgemikte heupworp maakte meteen duidelijk wie de baas was. En als ik per ongeluk tussen schreeuwende voetbalsupporters beland? Super alert, nergens bang voor.
In de rechtszaal of in de ring, fysiek of mentaal: de kunst is om je tegenstander te lezen, je krachten strategisch in te zetten en op het juiste moment toe te slaan.