Het was 11 september. Namelijk mijn laatste vrije dag van een meerweekse ontspannen zomervakantie in Noord-Italië. De terugreis door de open St. Gotthard tunnel markeerde de overgang van een zonovergoten machostaat waar het verkeer doorlopend tot zelfmoord aanslagen bereid lijkt naar het druilerige noorden. De ruitenwissers moesten na de doorgang aan. Het verkeer remde af uit angst voor aqua planning.
Als de schokgolven die zich verbreiden na een geworpen steen in het water kwam bijna een maand later de brief aan. Het was een onschuldige vierkante, witte envelop, met wat haastig gekrabbelde hanenpoten. Opmerkelijk detail: De collega aan wie de brief was gericht werkte hier al een paar jaar niet meer. Dat gebeurde wel vaker en dus werd de omslag met de opener opengereten. Waarna een misselijkmakende stank zich gelijk zo snel door ons kantoor verspreidde als het nieuws over de aardkloot trok van "de aanslag" (of waren het er meerdere?) op het WTC in New York .
Vervolgens duurde het toch nog een paar uur voordat iedereen werkelijk was doordrongen van de ernst van de situatie. Want hoe ernstig moet je die nemen? Waarom zou "men" na het WTC in New York een middelgroot advocatenkantoor in een proviciestad van een klein Europees land in het middelpunt van het wereldnieuws willen plaatsen? Ok, de Prins van Oranje heeft er een deel van zijn stage gelopen, maar die verbinding lag alleen op het tweede gezicht voor de hand. Dus werd geheel in overeenstemming met de regels van het kersverse Handboek Bedrijfshulpverlener de politie gebeld en de situatie uitgelegd.
Waarna een nieuwsgierige verslaggever van het Eindhovens Dagblad zich als eerste aan onze balie meldde (en er overigens ook terstond werd afgepoeierd). De politiescanner had het nieuws verspreid. In de straat verschenen 4 politieauto's en twee brandweerauto's met bij elkaar acht mannen in maanpakken. De bewuste envelop werd met de grootste omzichtigheid uit de vuilnisbak gevist en is "voor nader technisch onderzoek" meegenomen. Een ieder die zonder de vereiste veiligheidskleding in de buurt van de envelop was geweest werd gesommeerd thuis een douche te nemen. Het kantoor rook de daarop volgende dag naar lavendel.
Fris gewassen lazen we de volgende dag met veel belangstelling ons Eindhovens Dagblad. Want die had voor ons uitgevogeld van wie de brief afkomstig was. Zo presenteerde de krant ons het aan bewijs grenzende vermoeden dat de brief afkomstig was van een afgewezen medewerkster.
Het was trouwens geen miltvuur en de brief was ook niet afkomstig van een afgewezen medewerkster. Er is wel een andere verdachte, maar de politie lijkt de zaak te hebben gesloten. Onze cliënten krijgen al een paar maanden de gelegenheid via evaluatieformulieren hun tevredenheid over onze dienstverlening te uiten. Hun wederpartijen nog niet.
Dit artikel is in oktober 2001 verschenen in het Bosche Baliebulletin en is gebaseerd op waargebeurde feiten.