Het aanbod van de werkgever aan de werknemer, leidend tot deelneming in de toepasselijke pensioenregeling, is vormvrij. Voor de rechtsgeldigheid van het aanbod geldt dus geen schriftelijkheidsvereiste. Art. 7 PW vestigt een vermoeden van een pensioenaanbod in het geval de werkgever aan een andere persoon een aanbod heeft gedaan die behoort tot de groep van personen tot wie ook de betrokken werknemer behoort voor wie in de onderneming een regeling betreffende pensioenen geldt. Dit vermoeden kan alleen worden doorbroken indien het tegendeel uitdrukkelijk blijkt, bijvoorbeeld doordat deelneming met zoveel woorden door de werkgever voor de betrokken werknemer is uitgesloten.
Schriftelijke opgave pensioen
Let op dat art. 7:655 BW de werkgever verplicht tot de verstrekking aan de werknemer van een schriftelijke opgave met ten minste onder andere als gegeven of de werknemer gaat deelnemen aan een pensioenregeling. Echter, als de werkgever een dergelijke opgave niet of niet volledig heeft verstrekt is hiermee nog niet bewezen dat er geen pensioenaanbod is.
Een werkgever die een pensioenaanbod doet heeft de verplichting toe te treden tot een bedrijfstakpensioenfonds, dan wel aan zijn onderneming een ondernemingspensioenfonds te verbinden dan wel met een verzekeraar een verzekeringsovereenkomst te sluiten.
Het als werknemer minder dan de volledige werktijd werkzaam zijn, mag niet aan een pensioenaanbod in de weg staan. Parttimers mogen met andere woorden niet van deelname aan een pensioenregeling worden uitgesloten vanwege het feit van parttimer zijn.
De pensioenuitvoerder waaraan de werknemer (door het voren beschreven aanbod) gaat deelnemen is verplicht de deelnemer op de hoogte te stellen van de inhoud van de geldende statuten en reglementen van die uitvoerder. Bovendien dient de uitvoerder ten behoeve van de deelnemer jaarlijks een opgave te verstrekken van de hoogte van het te bereiken reglementaire pensioen, et cetera.
Het vorenstaande brengt met zich mee dat het voor de betrokken werknemer geldende pensioenrecht naast de beschreven wet- en regelgeving wordt beheerst door de met de werkgever gemaakte individuele afspraken (of krachtens cao) en het door de pensioenuitvoerder aan hem te verstrekken pensioenreglement.
Pensioenverplichtingen werkgever
Zodra de werknemer ingevolge de pensioenaanbod is gaan deelnemen in de pensioenregeling is de werkgever zowel jegens de pensioenuitvoerder als jegens de werknemer gehouden zijn verplichtingen die hieruit voortvloeien na te komen. Die verplichtingen houden onder andere in de betaling van de pensioenbijdragen aan de pensioenuitvoerder. Hiervan kan de werknemer in rechte nakoming vorderen. De verplichting van de werkgever tot voldoening van de toegezegde pensioenbijdragen is arbeidsrechtelijk van aard voor zover de werkgever door voldoening daaraan zijn tegenprestatie voor verrichte arbeid voldoet. Daarnaast is deze pensioenrechtelijk van aard voorzover de werkgever door voldoening daaraan zijn bijdrage aan de pensioenopbouw van de deelnemer voldoet.