De teruggefloten aannemer
Een van mijn cliënten had een aannemer ingeschakeld voor de verbouwing van zijn woonhuis. De aannemer zou een dakkapel plaatsen. Daarvoor had hij aan mijn cliënt een voorschot in rekening gebracht van bijna € 20.000,-. Nadat mijn cliënt het voorschot had betaald, bleef het van de zijde van de aannemer oorverdovend stil. Herhaaldelijke aanmaning leidde niet tot enige reactie. De aannemer bleek een oplichter.
Mijn cliënt resteerde geen andere mogelijkheid dan het betaalde voorschot van de aannemer terug te vorderen. Hij schakelde mij in. Voordat ik overging tot het dagvaarden van de aannemer heb ik een verhaalsonderzoek laten uitvoeren. Daaruit kwam naar voren dat de aannemer een eigen woning in eigendom had. Hierop lieten we met toestemming van de Rechtbank conservatoir beslag leggen.
Het verweer dat de aannemer voerde sneed geen enkele hout. De Rechtbank was er niet van onder de indruk en wees de vorderingen van mijn cliënt tot terugbetaling van het voorschot met rente en de proceskosten volledig toe. De aannemer weigerde vervolgens echter tot vrijwillige betaling over te gaan. Via de door ons ingeschakelde deurwaarder liet hij het aankomen op de executoriale verkoop ervan. Toen koos de aannemer eieren voor zijn geld. Hij wist zelf een gegadigde te vinden die zijn woning wilde kopen. Wij gingen uiteraard alleen akkoord met de verkoop onder de voorwaarde dat van de verkoopopbrengst de aan mijn cliënt toegewezen vorderingen via de notaris aan ons zou worden uitbetaald. Uiteindelijk kreeg mijn cliënt al zijn geld met rente terug.